In Memoriam Gerard Hali.

Gerard Hali is op 17 december 2015 op 88 jarige leeftijd overleden.


Een zeer gewaardeerd AES lid en mede oprichter van onze Nederlandse sectie is ons helaas ontvallen. Ik voel mij vereerd om hier een nagedachtenis met enkele persoonlijke herinneringen te mogen neerschrijven.

'Old soundmen never die, they just fade away...'.
Het was de lijfspreuk van Ger, zoals intimi hem mochten noemen, en ik moest er weer aan denken bij het lezen van zijn overlijdensbericht. Hij wilde er zijn 'onsterfelijke' passie voor zijn beroep mee uitdrukken en aangeven dat hij er slechts langzaam afscheid van zou kunnen nemen. Een passie voor het audiovak, die hij ook graag wilde uitdragen en ook deed, en daarmee een groot pionier en inspirator werd voor de ontwikkeling van het vakgebied Audio in Nederland.

Dat begon voor Gerard Hali in de jaren '50 in de platenstudio van de firma Bovema waar een breed muziek repertoire werd opgenomen. Het was de beginperiode van de analoge opnametechniek met veel improvisatie en kunst en vliegwerk. Maar al snel twijfelde niemand nog aan het vakmanschap van Gerard na het briljant ingemonteerde glasgerinkel in "Kom van dat dak af" van Peter Koelewijn & The Rockets. De eerste grote studiohit die hij in 1960 opnam.

In de jaren '70 kwam ik in de positie om langdurig met hem te mogen samenwerken in de inmiddels uitgebreidde EMI-Bovema studiofaciliteit en maakte kennis met een sociaal bewogen en gedreven man. Een vakman met Gouden Oren die maar 2 soorten geluid kende: goed en slecht. Een tussenweg bestond er niet en de sound of klankkleur was bij hem pas goed als het de ziel van de luisteraar kon bereiken. "Horen doe je met je oren, maar luisteren doe je met je ziel" zei hij vaak en voegde eraan toe dat slecht geluid een optimale luisterervaring blokkeert en een miskenning is van de luisteraar zelf. Die passievolle benadering verlangde hij ook van zijn medewerkers en dat botste natuurlijk weleens. Maar met een middelmatige of nonchalante benadering van geluid nam hij geen genoegen. Als zich dat voordeed, dan was het door zijn directe taalgebruik voor iedereen snel duidelijk dat hij in Amsterdam was opgegroeid. De volgende situatie is hiervan wel een voorbeeld.

Bij een live opname van Toon Hermans in theater Carré, begon tijdens de voorstelling één van de twee zaalmicrofoons te brommen. Echt storend leek het niet en ik stelde voor om de storende microfoon wat te dempen en met de goede microfoon het monobeeld te versterken. In de pauze zouden we dan de storende microfoon kunnen vervangen. "Mooi niet, mono applaus haalt de ziel eruit!" was zijn commentaar. "Trek je schoenen maar uit en ga meteen de Carré zolder op om de microfoon te vervangen. Hij hangt aan de kabel in het linker Hali-gat" (PS Ger had in het theaterplafond een aantal gaten in de tegels gemaakt voor zijn applaus-microfoons en met een grote H gemerkt). "Tik even zachtjes op de microfoon als je er bent, dan zet ik 3 sec de fader dicht voor de microfoonwissel. En zorg dat het publiek je niet hoort; het zijn maar dunne tegels, dus stap niet mis". Voor mij was het een niet snel te vergeten les en de Toon Hermans conference werd alsnog met optimaal applaus geregistreerd.

Dat Ger over een paar Gouden Oren beschikte was alom bekend, maar ook op de oren van zijn technici was hij zuinig. Zo stond hij erg op naleving van de sessie- en rusttijden in de studio om gehoorschade te voorkomen en voor locatie opnamen had hij als motto: "Wat voor een microfoon geldt, geldt ook voor je oren". Daarmee bedoelde hij dat bij een locatie-opname eerst alle microfoons werden opgesteld om aan de omgeving te wennen (temperatuur, vochtigheid e.d) en daarna pas de rest van de apparatuur werd opgebouwd. In die opbouwtijd konden je oren dan tot rust komen na de meestal lawaaiige autoreis naar de locatie toe. Zijn filosofie was simpel: "Als je 2 uur in een lawaaiige transportbus hebt gereden is je gehoor compleet weg en is er ook 2 uur nodig om weer te herstellen!".
Veel artiesten en musici hebben profijt gehad van dit professionele vakmanschap en zijn bijdrage aan hun opnamen en theaterproducties. Van kerkorgel tot draaiorgel, van symfonie orkest tot harmonie kapel, van opera tot cabaret, van kerkkoor tot chanson, hij beheerste het allemaal en wist er altijd de juiste ambiance voor te crëeren.

Maar naast een bevlogen geluidsman was hij vooral een sociaal mens. Veel oud AES collega's en anderen die hem hebben gekend, zullen dit kunnen beamen. Zijn aandeel in de oprichting van de Nederlandse AES sectie met bijdragen in de vorm van commissielid, treasurer, vice voorzitter en voorzitter, alsmede zijn jarenlange membership van de internationale AES Standards Committee, mogen hier zeker genoemd worden. Ook na zijn pensionering bij EMI kon hij zijn "Old soundmen never die..." motto verder realizeren middels een gastdocentschap aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Daar heeft Gerard Hali op zeer inspirerende wijze zijn kennis en ervaring, maar vooral zijn passie voor het vak, tot ruim in het nieuwe millenium kunnen overdragen aan de studenten van de vakstudie Art of Sound (v/h Muziekregistratie). De vakstudie waarvan ook hij aan de basis heeft gestaan als inspirator en mede-initiator.

Ik prijs mij gelukkig dat ik een periode met deze pionier mocht meevaren – zowel figuurlijk als ook letterlijk op zijn zeilboot met de toepasselijke naam 'Fermate' – en troost mij met de gedachte dat zijn lijfspreuk is bewaarheid: 'Old soundmen never die, they just sail away ...'.

Peter Nuijten
(oud coördinator van de studie Art of Sound)
Januari 2016